Resultaten extra metingen op biobankstalen van de jongerenstudie

In de zomer van 2022 namen 303 jongeren uit een zone van 5 km rond 3M deel aan de humane biomonitoring, waarbij onder meer bloed en urine werd verzameld. Een deel van die stalen werd onmiddellijk gebruikt voor de analyse van PFAS en verschillende gezondheidsmerkers. Een ander deel werd sindsdien bewaard in een biobank (biobankstalen). 

In het toestemmingsformulier voor deelname aan de jongerenstudie gaven alle deelnemers de toestemming om deze biobankstalen te bewaren en te gebruiken voor bijkomend wetenschappelijk onderzoek.

In het kader van een extra onderzoek in opdracht van Departement Zorg van de Vlaamse overheid, werd in 2022 een aanvraag ingediend om bijkomende metingen uit te voeren op een deel van deze biobankstalen. De aanvraag werd goedgekeurd door de ethische commissie van het Universitair Ziekenhuis van Antwerpen en door de toezichtcommissie die verantwoordelijk is voor het beheer van de biobankstalen (onder leiding van studiearts Vera Nelen).

Het onderzoek werd uitgevoerd in een afzonderlijke opdracht voor het Departement Zorg, door VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek), de Vrije Universiteit Brussel (VUB), het Provinciaal Instituut voor Hygiëne (PIH) van de Provincie Antwerpen en Universiteit Hasselt.

Resultaten bekendgemaakt op 30 januari 2024

Op 30 januari 2024 werden de resultaten voorgesteld aan de lokale adviesgroep van de jongerenstudie. Ook de deelnemers aan de jongerenstudie werden ingelicht per e-mail over de afronding van deze studie. Indien gewenst kunnen zij hun persoonlijke resultaten opvragen.

Een korte samenvatting van de studie vind je hieronder. Het volledige eindrapport kan je downloaden op deze pagina van de Vlaamse overheid (onder de titel ‘Gecombineerde milieublootstelling bij jongeren in de omgeving van 3M in Zwijndrecht’), of via deze rechtstreekse link naar het rapport.

Waarom werden deze bijkomende analyses uitgevoerd?

Het onderzoeksgebied van de PFAS-jongerenstudie is gelegen nabij het havengebied van Antwerpen, en dus zijn er behalve 3M en PFAS ook andere industriële activiteitenen andere types milieublootstelling, waaronder ook van verkeer, die een invloed kunnen hebben op de blootstelling aan chemische stoffen en de gezondheid van de jongeren. Deze extra opdracht had tot doel om na te gaan wat de bijdrage is van PFAS ten opzichte van deze andere relevante milieuvervuilende stoffen voor de gezondheidseffecten die in de jongerenstudie werden onderzocht. We weten namelijk dat gezondheidseffecten door verschillende factoren – en dus ook verschillende milieuvervuilende stoffen – worden beïnvloed.

Over welke bijkomende milieuvervuilende stoffen gaat het?

  • Verschillende metalen en spoorelementen in bloed en urine (Cd, Pb, Tl, Ni, Cr, V, Sb, Co, Cu, Zn, Mo, Li, Al, Ti, Pt, Ag, Hf, U, Bi, W) 
  • Arseenmerkers in urine 
  • Merkers van verbrandingsgerelateerde stoffen (benzeen, PAK’s) in urine 

Wat zijn de conclusies van de studie?

Vergeleken met een referentiepopulatie leeftijdsgenoten verspreid over Vlaanderen (FLEHS IV, 2016-2020) zijn er bij de deelnemers uit de regio rond 3M:

  • Blootstellingmerkers die in hogere concentraties voorkomen (arseen in urine, cadmium in urine, een PAK’s-merker in urine en lood in bloed), 
  • Blootstellingsmerkers die in lagere concentraties voorkomen (benzeenmerker en twee PAK’s-merkers in urine, koper, cadmium en mangaan in bloed)
  • Blootstellingsmerkers die in vergelijkbare concentraties voorkomen (thallium in bloed en urine, vier PAK’s-merkers in urine)

Deze vergelijking met Vlaamse gegevens moet met enige voorzichtigheid gebeuren omdat er een tijdsverschil van 4 jaar is tussen deze studie en FLEHS IV, omdat beide studiepopulaties en onderzoeksperiodes (vb. seizoen) niet helemaal vergelijkbaar zijn, omdat er geen controlestalen werden geanalyseerd en omdat de verschillen niet statistisch werden getest.

Overschrijdingen van gezondheidskundige toetsingswaarden werden vooral vastgesteld voor toxisch relevant arseen in urine (35% deelnemers > Biomonitoringsequivalent (BE) van 6,4 µg/l), cadmium in urine (27% > HBM-I waarde van 0,5 µg/l en 62% > HBGV (Health based guidance value) HBM4EU van 0,2 µg/g creatinine), zink in bloed (13% > BE van 6303 µg/l) en zink in urine (9% > BE van 619 µg/g creatinine). Dit wijst op populatieniveau op een blootstelling waarbij nadelige gezondheidseffecten niet uit te sluiten zijn.

Bij jongeren die wonen binnen 5 km rond 3M is een toename van PFAS, metalen/metalloïden en verbrandingsproducten binnen de groep deelnemers geassocieerd met:

  • Vroege signalen van immuunverstoring (zowel activatie, als onderdrukking van het immuunsysteem)
  • Immuungerelateerde aandoeningen (in lijn met de activatie en onderdrukking van het immuunsysteem)
  • Signalen voor verstoring van geslachtshormonen, groei en puberteitsontwikkeling
  • Signalen voor verstoring van de schildklierwerking en leverwerking

Welke van deze milieuvervuilende stoffen nu de grootste effecten hebben op de bestudeerde gezondheidsuitkomsten, is in deze resultaten nog onduidelijk. 

  • De groep van 300 deelnemers is relatief klein voor het bestuderen van mengsels. Hierdoor zijn er grote onzekerheidsmarges op de berekende effectgroottes van de stoffen op de gezondheidsmerkers. Dit maakt dat we geen uitspraken kunnen doen over de verschillen in effectgrootte tussen de milieuvervuilende stoffen.
  • Bij grotere groepen deelnemers zullen deze onzekerheidsmarges kleiner zijn, wat leidt tot meer zekerheid over verschillen in effectgrootte tussen de bestudeerde milieuvervuilende stoffen.

De resultaten in deze studie bevestigen dat deze milieuvervuilende stoffen als humane zeer zorgwekkende stoffen of ZZS moeten worden beschouwd.

Het volledige eindrapport kan je downloaden op deze pagina van de Vlaamse overheid (onder de titel ‘Gecombineerde milieublootstelling bij jongeren in de omgeving van 3M in Zwijndrecht’), of via deze rechtstreekse link naar het rapport.